Met Feuerstein leren hoe te leren

Wie was Reuven Feuerstein

De Israëlische psycholoog Reuven Feuerstein (1921-2014) verrichtte baanbrekend werk op het gebied van onderzoek en begeleiding van kinderen, adolescenten en volwassenen met leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden. Hij ontwikkelde een benadering en methode om de leerprocessen, het cognitieve en sociaal-emotioneel functioneren duurzaam te verbeteren. Aanvankelijk werkte hij met kinderen met ontwikkelingsachterstand en oorlogstrauma’s uit vluchtelingenkampen. Daarna breidde zich dit uit tot kinderen met ontwikkelingsstoornissen ten gevolge van een aangeboren hersenletsel. De laatste 20 jaar werkte hij ook met volwassenen met een niet-aangeboren hersenletsel. Dit leidde tot de oprichting van een N.A.H.-unit, waarbij na de “uitbehandeling” in de klassieke revalidatie, mensen met een hersentrauma (hetzij door oorlogstrauma’s, bloedingen, ongevallen, etc.), zonder onderscheid van politieke opvattingen of ethnische afkomst, worden opgevangen, gericht op het bereiken van een zo groot mogelijke autonomie. Het Internationaal Feuerstein Instituut  is een leercentrum met activiteiten op verschillende domeinen: een centrum voor kinderen met leer-en ontwikkelingsbarrières, centrum voor adolescenten, een internationaal opleidingsinstituut, een revalidatiecentrum…

Drie pijlers

  1. Cognitieve activering  : de basisvoorwaarden voor leren ontwikkelen : cognitie (input, verwerken en weergeven van informatie); motivatie ontwikkelen; blijven zoeken naar leermogelijkheden (dynamisch-interactief evalueren); instrumenteel verrijkingsprogramma; modificeerbaarheid als uitgangspunt
  2. Mediërende benadering: een bepaalde kwaliteit van omgaan en dialoog.  
  3. Actieve modificerende omgevingen: met de omgeving werken zodat iedereen vanuit een mediërende praktijk leerbevorderend en inclusiegericht werkt

De Feuerstein-benadering heeft elementen van:

  • een gezinsgerichte benadering
  • een systeemgerichte benadering
  • een cognitieve benadering
  • gericht op aanpassen en gedrag 
  • een sociaal-emotionele interventie
  • een neuropsychologische interventie
  • een leren leren benadering (vakoverschrijdende eindtermen)

… Maar is meer dan dat: de mediatie is het essentiële ingrediënt

Drie uitgangspunten

1. Leerbaarheid voor iedereen

Feuerstein gaat uit van de structurele cognitieve modificeerbaarheid van ieder individu (Feuerstein, Rand & Rynders, 1993). Elke persoon is in staat om te leren uit de stimuli van de omgeving en hierdoor wezenlijk veranderd te worden. In principe is er geen plafond aan de ontwikkeling van het cognitieve domein.  Dit betekent dat het belangrijkste doel van de Feuerstein-benadering erin bestaat om het cognitief functioneringsniveau op een “hoger” niveau te brengen: Met “cognitief” wordt bedoeld: informatie verzamelen (input), verwerken  en informatie weergeven (output). Dit gaat over de wereld leren kennen en basisvaardigheden ontwikkelen, op alle gebied: zowel sociaal-emotionele vaardigheden als lezen, rekenen, schrijven, kennis opdoen, enz. Hoe hoger de cognitieve ontwikkeling, hoe meer iemand in staat is om zelfstandiger te functioneren en met de complexe informatie van de wereld om te gaan. De neurowetenschappen vinden meer en meer evidentie voor het bestaan van levenslange plasticiteit van de hersenen: onder invloed van activering door de omgeving worden continue nieuwe verbindingen gemaakt. Daarom kunnen we terecht spreken van een neurocognitieve ontwikkelingsgerichte benadering

2. Cognitieve bouwstenen van leren en ontwikkeling door gemedieerde leerervaring

De ontwikkeling van de menselijke geest gaat heel het leven door, in voortdurende wisselwerking met de omgeving. Het is een bouwwerf, waarbij basis- en hogere cognitieve functies de ontwikkeling opbouwen. Men spreekt van een sociaal-constructief model van intelligentie-ontwikkeling (Vygotsky, 1978; Sternberg, 1988). Cognitieve functies zijn bv. het gericht waarnemen, woorden geven, systematisch zijn, plannen, controleren, het bedwingen van impulsiviteit (zelfregulering), enz. Feuerstein en Vygotsky noemen dit “hogere” cognitieve functies, omdat ze een denkproces behoeven, zoals vergelijken en classificeren. Bij mensen met N.A.H. , maar ook bij ontwikkelingsstoornissen, zijn het vaak hogere cognitieve functies die verstoord zijn, de zgn “executieve functies”, die te maken hebben met het plannen en uitvoeren van handelingen, het reguleren van aandacht en emoties.  “Hogere” cognitieve functies zijn een product van gemedieerde leerervaringen, die ontstaan in dialoog met een opvoeder – in de terminologie van Feuerstein mediators of bemiddelaars. Feuerstein onderscheidt 12 criteria in de kwaliteit van de mediatie (Feuerstein, Klein & Tannenbaum, 1991). Bij kinderen met ontwikkelingsstoornissen gaat het om onvoldoende ontwikkelde cognitieve functies; bij mensen met N.A.H. gaat het om het opnieuw opbouwen of installeren van cognitieve functies, of het compenseren van onderbrekingen, door het versterken van bestaande cognitieve functies. Dus komt het erop aan om goede mediatoren te vormen om deze hogere cognitieve functies te activeren

3. Anders kijken naar leerbarrières en leermogelijkheden

De LPAD  – learning propensity assessment  device – is een dynamische en interactieve manier om te evalueren hoe iemand leert: hoe iemand opdrachten benadert, en wat de invloed is van mediatie (tussenkomst door een mediator). De LPAD schat leermogelijkheden in en speurt naar signalen van modificeerbaarheid en leerbaarheid. (Feuerstein, e.a. 1979; 1981; Tzuriel, 2001; Kozulin, 2005;  Haywood & Lidz, 2007). Klassieke ontwikkelingstesten (bv. intelligentie-, neuropsychologische, taaltesten) zijn statisch: iedereen wordt op dezelfde manier getest, er wordt vergeleken met een norm, er komt een uitspraak hoeveel je afwijkt van de norm, de conclusies zijn geformuleerd in termen van tekorten, deficiënties, wat er niet is, en de aanbevelingen van een rapport zijn dikwijls heel summier. Een LPAD zoekt naar de veranderbaarheid van die defecten, maar ook naar sterktes, en vooral naar wat er nodig is om leerbaarheid te verhogen.  Het brengt ook de elementen uit de omgeving in kaart: wat bevordert leren en wat staat het in de weg. Het leidt tot gedetailleerde aanbevelingen voor ouders, therapeuten en leerkrachten.

Instrumenteel verrijkingsprogramma, mediatie en modificerende omgevingen

Het Instrumenteel Verrijkingsprogramma is een “leerbevorderend” programma, bestaande uit “instrumenten” om cognitieve, verbale en sociale vaardigheden te ontwikkelen, die nodig zijn voor het leren. IVP brengt weinig “inhoud” aan, het leert hoe te leren. Je kan ermee werken in de context van een school (in groepjes of klasverband), in therapiecontext (individueel of kleine groepjes), in vormingswerk. De instrumenten bestaan uit een aantal eenvoudige tot ingewikkelde potlood- en papier oefeningen  (van concreet naar abstract op gebouwd). Er bestaat een versie voor oudere kinderen (vanaf 8 jaar) en volwassenen, alsook een Basic programma voor jongere kinderen en laag-functionerende oudere kinderen of volwassenen. Het  programma moet ingebouwd worden in een totaalproject. De interventie bestaat niet alleen uit het werken met werkbladen. De essentie ervan bestaat uit een specifieke wijze van interactie (dialoog/werken/spelen) met de persoon in kwestie, die Feuerstein “mediërende interactie” heeft genoemd. Ook in het “opbouwen van een leerbevorderende omgeving”.  Hiermee beoogt Feuerstein het beïnvloeden van de mensen in de omgeving (thuis en op school) op dusdanige wijze dat er optimaal wordt gestimuleerd en uitgedaagd om in nieuwe situaties te leren nadenken (Feuerstein, Feuerstein, Falik & Rand, 2006).

Waarom is er zoiets nodig als het Instrumenteel Verrijkingsprogramma?

Steeds meer mensen vallen uit boot omdat ze niet gemakkelijk leren. De basisvoorwaarden voor leren zijn onvoldoende beschikbaar. Ze kunnen b.v. moeilijk de aandacht vasthouden, moeilijk focussen, zijn chaotisch, hebben te weinig woorden om wat ze zien ook te benoemen, zijn niet nauwkeurig genoeg, te impulsief, kunnen moeilijk plannen of samenvatten, of krijgen moeilijk inzicht in dingen, of ze hebben geen goede leerhouding; ze geven b.v. meteen op in plaats van te zoeken. Sommige mensen hebben ook geheugenstoornissen, moeilijkheden om woorden te vinden, moeilijkheden om de veelheid aan prikkels te verwerken. Dit zijn de zgn. cognitieve en executieve functies. Faalervaring leidt tot verlies aan motivatie en zelfvertrouwen. Zo stapelen ze negatieve leerervaringen op, niet alleen bij het leren op school of in opleiding, maar ook sociaal en in het dagelijks leven.  Nochtans kan iedereen leren leren, als ze voldoende gemedieerde leerervaring opbouwen. We zitten allemaal in een voortdurende leersituatie. Ook leerkrachten, begeleiders, psychologen en opvoeders moeten leren omgaan met mensen bij wie dit leren niet zo vlot verloopt. Ze moeten een fundamenteel positievere visie krijgen op “leerbevordering” en evalueren
Het instrumenteel verrijkingsprogramma (IVP) kan helpen om deze vaardigheden te verwerven: in de eerste plaats voor de lerende (kinderen en volwassenen), als preventie en remediëring van falen in onderwijs of beroepsopleiding, als middel om te leren leren. Maar ook voor leerkrachten en revalidatietherapeuten, om meer procesgericht te leren lesgeven en minder lerenden buiten te sluiten. Eerder dan feitenkennis in te pompen leert het IVP hoe te leren: b.v. systematisch zoeken, gegevens organiseren, veronderstellingen maken, controleren, plannen en toekomstige gebeurtenissen voorzien, verantwoordelijkheid nemen, oplossingen bedenken voor een waaier van problemen. De slogan van het IVP is “Een minuutje, ik denk na”. Ook traint het systematisch op leermotivatie, inzicht, woordenschat, zelfstandig zoeken. Dat is niet alleen nuttig in het leren van schoolse- en beroepsvaardigheden, maar ook in het dagelijks leven, niet in het minst in sociale vaardigheden.

 

Doelen van het IVP    

  • denkmiddelen of cognitieve functies inoefenen of corrigeren, b.v. leren gegevens volledig verzamelen, benoemen, nauwkeurig zijn, systematisch zijn, vergelijken, hypotheses maken, controleren, enz.
  • woordenschat aanleren om dingen, gebeurtenissen, en verbanden goed te beschrijven
  • iemand aanmoedigen om geïnteresseerd te zijn in het leren van nieuwe dingen (taakintrinsieke motivatie opbouwen)
  • goede denkgewoonten ontwikkelen: om informatie te verzamelen, te verwerken en te beantwoorden
  • inzicht en nadenken bevorderen
  • aanmoedigen om actief op zoek te gaan naar informatie in plaats van passief te blijven afwachten wat er allemaal gebeurt

Doelgroep van het IVP            

Doordat het IVP de aandacht richt op het denkproces en niet op het overdragen van kennis, is het voor een zeer uiteenlopend publiek geschikt: het normale IVP is geschikt voor iedereen ouder dan 8-9 jaar . Er bestaat ook een IVP-basic, voor kinderen van 4-9 jaar, of lager functionerende oudere kinderen, jongeren en volwassenen. In het bijzonder kinderen en volwassenen die in het klassieke onderwijs- of vormingssysteem uit de boot vallen, door gelijk welke oorzaak, b.v.:

* risicoleerlingen met aangeboren of verworven leerproblemen             
* kinderen en volwassenen met hersenletsels of erfelijke afwijkingen    
* ongunstige familiale, sociale of culturele omstandigheden waardoor beperkte cognitieve capaciteit
* ook voor leerlingen van het eerste graad beroepsonderwijs (1B stroom), en eventueel 1A die zich richten naar TSO is het bijzonder geschikt
* laaggeschoolden met leerproblematiek

Het programma kan aan elk niveau worden aangepast. Dat leert de cursist in de loop van de opleiding met behulp van de zogenaamde “cognitieve kaart”.

Toepassingsgebieden

In het onderwijs: Met het “standaard” IVP is het mogelijk om vakoverschrijdend te werken in gewoon onderwijs vanaf het 3de leerjaar, in het buitengewoon type basisaanbod of BUSO. Een vak als “studiemethode” en “leren leren” krijgen erdoor concrete handvaten. Moeilijk lerende leerlingen zijn weinig gebaat met een opmerking als “maak een schemaatje”, of “onderstreep de sleutelwoorden” Een grondige analyse van hoe ze denken is hier aangewezen; b.v. als het probleem is dat ze geen sleutelwoorden kunnen vinden. Het IVP biedt zulke grondige analyse. Voor de leraar is het volgen van een IVP opleiding niet alleen een grondige kennismaking met leer- en denkprocessen van leerlingen; vooral ook leert de leerkracht hoe leerprocessen bij de leerlingen bevorderen, en zich bewust te worden van hoe dat afhangt van zijn/haar eigen leerhouding. Feuerstein noemt dit een mediërende houding. IVP is dus ook een instrument om beter te leren lesgeven aan kinderen die heel verschillend zijn. Het IVP past perfect in de eindtermen “leren leren” en “sociale vaardigheden”, alsook in de beleidsopvattingen rond inclusief onderwijs en zorgbreedte.

Met het IVP-basic programma  kan goed gewerkt worden in laatste jaar kleuteronderwijs, in speel-leerklassen, in inclusief onderwijs als ondersteuning van leergroepjes, of in speciaal onderwijs vanaf ongeveer 6 jaar. Voor oudere kinderen, jongeren en zelfs volwassenen met speciale ondersteuningsbehoeften en cognitieve moeilijkheden, gedrags- of communicatieve moeilijkheden is het basic programma ook uitermate geschikt, omdat het ook uitgesproken sociaal-emotionele doelstellingen heeft.

Buiten het onderwijs kan IVP worden toegepast in sectoren waarbij beter systematisch leren werken is aangewezen. Het werd b.v. met vrucht gebruikt in:

  • Revalidatie en remedial teaching met kinderen en volwassenen met leermoeilijkheden (al of niet met verstandelijke beperking) en/of neuropsychologische stoornissen
  • Cognitieve gedragsmodificering, o.a.  in een psychiatrische revalidatiesetting.
  • Met het IVP-basic kan goed gewerkt worden met kinderen met ontwikkelingsstoornissen (mentale leeftijd vanaf 4 jaar)
  • Werkvoorbereidingprojecten met volwassen laaggeschoolden
  • In de industrie: om laaggeschoolde werknemers een goede denk- en werkattitude of waakzaamheid aan te leren.
  • Zelfstandigheidstraining en werkvoorbereidingsprojecten
  • Basiseducatie en alfabetiseringsprogramma’s

Wil je meer weten en zien hoe het werkt? Bekijk de prachtige documentaire “The Mind of a Child” van Gary Marcuse (Face to Face Media, Vancouver) over het werk met de Feuerstein benadering in Canada, Washington en in Israel: www.vimeo.com/229898703

Voorwaarden om IVP te kunnen doen

  • Taal begrijpen (minimaal)
  • Het standaard IVP vraagt minimale visueel-motorische functies ( zoals bijv. 2 punten kunnen verbinden op een werkblad; er bestaat wel een versie voor blinden en slechtzienden). Voor die mensen bij wie dit nog niet aanwezig is, kan het IVP-basic programma wel dienstig zijn
  • het programma is ook geschikt voor mensen die (nog) niet kunnen lezen of schrijven

Inhoud van het IVP programma

IVP-standaard programma:

  • 14 “instrumenten” van een 15 à 30-tal bladzijden potlood- en papieroefeningen, instrumenten genoemd, met denkoefeningen.
IVP-standaard programma:
1.  Organisatie van Stippen
2. Oriëntatie in de Ruimte I
3.  Vergelijken
4.  Classificeren
5. Analytische Waarneming
6.  Illustraties
7.  Familierelaties
8.  Tijdsrelaties
9.  Instructies
10. Oriëntatie in de Ruimte II
11. Cijferreeksen
12. Syllogismen
13. Transitieve relaties
14. Sjablonen

IVP-basic programma:

IVP-basic programma
10 instrumenten ook potlood- en papier instrumenten met denkoefeningen: organisatie van stippen, oriëntatie in de ruimte, emoties herkennen; van empathie naar actie; van eenheid naar groep; begrijpend lezen; omgaan met geweld; drie-kanalen waarneming (dit is ook met concreet vormenmateriaal)

Werkwijze

  • Op elk werkblad leert de leerling één of meerdere denkprincipes. Een werkblad neemt ongeveer één lesuur in beslag (soms meerdere)
  • De leerling leert systematisch de brug leggen (= bridging) tussen het geleerde en situaties van het gewone leven (leren leren op school, in huis, uit huis, op het werk, enz.)
  • Het programma is systematisch opgebouwd zodat het eenvoudig is om succes te ervaren en het motiveert om verder te doen. De moeilijkheidsgraad wordt stelselmatig verhoogd
  • Een volledige IVP cyclus beslaat 330 u ( 3 x 1u uur per week gedurende ongeveer 2-3 jaar)
  • Liefst in groepsverband. Dit is motiverender, maar ook essentieel voor de uitwisseling van strategieën. Bij IVP staat het metacognitieve centraal, d.w.z. het nadenken over hoe we tot iets komen. De vraag b.v. “hoe hebben we dit gedaan?”
  • IVP werkt het best als het wordt ingebouwd in een school of vormingsinstelling die kiest voor een leerbevorderende, procesgerichte benadering. Alle leerkrachten zouden iets moeten weten van de mediërende lesstijl. Wanneer de school ervoor kiest als project, dan is er meer garantie dat de leerlingen die denkstijl en werkwijze niet alleen tijdens de IVP les zullen gaan toepassen, maar ook in andere vakken. 
  •   Essentieel is de kwaliteit van omgaan tussen lesgever en leerling: dit wordt de mediërende interactiestijl genoemd. IVP is slechts een instrument om gemedieerde leerervaringen op te bouwen. Het heeft geen zin om zelfstandig werkblaadjes te laten maken . Zo werkt het niet. De mediator is essentieel om de toepassing in het dagelijks leven te begeleiden. IVP lessen bevatten, naast een inleiding om de taken betekenis te geven, een stuk zelfstandig en begeleid werk, een stuk dialoog om tot inzicht en transfer te komen.

Wetenschappelijke basis: Evidence base

.

1500 De Feuersteinbenadering kan zich baseren op een ruime wetenschappelijke evidentie.  Het aantal publicaties wereldwijd hierover bedraagt ongeveer 1800. Meer dan 100 doctoraten werden erover gemaakt. De resultaten van effectstudies zijn echter niet eenduidig. Het is niet altijd duidelijk wat men nu eigenlijk definieert als het specifieke van de Feuerstein-methode, hoe men in het onderzoek de interventie definieert, hoe lang, hoe intensief en dat bepaalt wat onderzocht wordt. De Feuersteinbenadering wordt vaak herleid tot een “technische methode” . Het gaat echter om een globale benadering waarin alle bovenvernoemde elementen van belang zijn. Dat wordt in onderzoek niet steeds meegenomen.  Uit een interventie met het Instrumental Enrichment- Basic programma bij kinderen met neurologische ontwikkelingsstoornissen in een internationale multicentre studie (Kozulin, Lebeer, e.a, 2010) blijkt dat de intelligentie van kinderen significant verbetert t.o.v. een controle groep. Het gaat hier om een gedeeltelijke blind/gerandomiseerde effectstudie. Volgens de Oxford-criteria van Evidence Based Medicine, is de evidentiegraad van de Feuerstein-benadering A2. Download hier een wetenschappelijk overzicht in het Nederlands uit het boek “Worden wie je bent”
Feuerstein, die voormalig APA-president Robert Sternberg “een van de grootste 20e-eeuwse psychologen naast Piaget en Vygotsky” noemde, liet een belangrijk intellectueel erfgoed na, wat een uitdaging is voor de wereld van de problemen van vandaag. The Transylvanian Journal of Psychology (TSJP), een peer-reviewed internationaal tijdschrift gepubliceerd door de afdeling Toegepaste Psychologie van de Babes-Bolyai University in Cluj-Napoca, wijdde een speciale uitgave aan de relevantie van Feuerstein’s ideeën voor de wetenschap en voor de vele toepassingen ervan in het onderwijs, speciaal onderwijs, klinische en medische psychologie, neuropsychologische revalidatie en andere domeinen. In deze bundel presenteren wetenschappers die met hem hebben samengewerkt o.a. David Tzuriel, Robert Sternberg, Carl Haywood, Carol Lidz, Noami Hadas-Lidor, Hefziba Lifshitz, Jo Lebeer en David Martin – artikels over de wetenschappelijke evidentie van de MLE- en SCM-theorie en toepassingen van Feuerstein. Het nummer bevat het ook twee bijdragen van jonge promovendi die delen van hun onderzoek presenteren, om aan te tonen dat de volgende generatie doorgaat met het werk dat Feuerstein in gang heeft gezet. Download hier de volledige special issue van het Transylvanian Journal of Psychology “Clinical and educational applications of Reuven Feuerstein’s Mediated Learning Experience Theory: current scientific evidence”.

Waarom is het IVP niet vrij beschikbaar en waarom is er een langdurige opleiding nodig?

Mediatie kan iedereen leren, en doen mensen al vanzelf, als ze zelf als kind goed gemedieerd zijn, en als de omstandigheden gunstig zijn. Mediatie is overdracht van cultuur aan de jongere generatie. “Mijn moeder was de beste mediator en heeft nooit mijn boek gelezen” zei Reuven Feuerstein. Werken met mensen die mediatietekorten hebben en cognitieve moeilijkheden hebben, is wat anders. Als je het Instrumenteel Verrijkingsprogramma op een goede manier wil toepassen, vraagt dit een gedegen opleiding. Het is zoals leren viool spelen. Dat leer je ook niet in je eentje door te kijken naar een youtube filmpje. Het is te vergelijken met een psychotherapie opleiding: die duurt meerdere jaren, en je moet zelf het proces ondergaan. In een IVP opleiding leer je zelf met de instrumenten werken, het is werken aan jezelf. Natuurlijk bestaan er tientallen methodes, boekjes, internet-beschikbare programma’s die beweren cognitief activerend te zijn, en die je zonder opleiding kan kopen. IVP kan je niet zonder opleiding kopen. Er zijn opleidingsmodules IVP1 – IVP2 – IVP3 – IVPbasic – LPAD – Trainers. Meer info: www.icelp.info of www.denksterk.nl

Waarom Feuerstein belangrijk blijft in de 21ste eeuw

Reflecties ter gelegenheid van de 100ste geboortedag van Reuven Feuerstein. Het Instrumenteel Verrijkingsprogramma (IVP) ontstond in de jaren 50, bedoeld als een systematisch programma om het denken te trainen en zelfstandig leren te verbeteren, en is in al die tijd weinig veranderd, op een iets moderner ogende kleurenversie na. Het is nog steeds een potlood- en papier programma. Hoe 21ste eeuws is dat nog, in een tijd van haast complete digitalisering van de samenleving, inclusief onderwijs en vrije tijd, laptops voor iedere leerling, al dan niet serious games, 3D VR brillen, Wii en playstations? Het programma is ook niet vrij verkrijgbaar, je kan het alleen aanschaffen na een gedegen opleiding. Die ligt ook al niet “in de markt” zoals de meeste huidige fast-food opleidingen van een halve dag. Voor wie wil kijken voorbij de uiterlijkheden  – het gebrek aan 21ste-eeuwse “looks” – blijken de theorie en methodes van Feuerstein net heel geënt op de noden van deze tijd: flexibel denken, aanpassingsvermogen, zelf-lerend vermogen, kritisch denken, omgaan met diversiteit in onderwijs… Lees de volledige tekst