Mark wilde graag kok worden

Mark is nu 18 jaar, komt uit een intercultureel tweetalig gezin en studeert nu hotelschool. Dat zag er ooit anders uit… Al van in de eerste kleuterklas vermoedden de kleuterleidster en het CLB autismespectrumstoornis, een taalontwikkelingsprobleem en verstandelijke beperking. Ze zagen hem liever in het buitengewoon onderwijs, want “hij zou er beter gedijen”. De ouders gaan niet mee in dat advies en kiezen voor het gewoon onderwijs. Dat ging eerst goed, maar aan het eind van de kleuterklas wezen de  “toetertesten” – ontwikkelingstesten –  uit dat hij op een aantal punten “te zwak was”. De ouders besluiten om de mogelijkheden van inclusief onderwijs te verkennen.

Sleutel: inclusie vraagt om anders te kijken naar hoe kinderen leren
Van een “fixed mind-set (Carol Dweck) naar een “growth mind-set” of van een stoornisgerichte blik naar een visie op leermogelijkheden . Soms is er een conflict in visie tussen ouders en school. Ouders die inclusief onderwijs voorstaan worden nog vaak beschouwd als ontkenners van de realiteit dat hun kind achterstand heeft. Toetertesten laten zien wat een kind niet kan, als het niet geholpen wordt. Als een kind achter blijft, is de reactie nog vaak om te denken dat onderwijs in een school voor buitengewoon onderwijs beter zal zijn “in het belang van het kind”.

Vervolg 1 van het verhaal van Mark…

Hoewel de ouders de problemen die de school aankaartte, niet ontkenden, zagen ze meer in Mark: hij ging graag naar school, hij ging vooruit, leerde en ontwikkelde goed, was heel nieuwsgierig, maar misschien anders dan de anderen en niet zo snel. Uit een  dynamisch-interactief onderzoek van zijn leren en ontwikkeling, gebaseerd op de principes van “dynamic assessment” (LPAD) van Reuven Feuerstein, kwam Mark naar voren als iemand met goede mogelijkheden, met een bepaalde intelligentie, die niet zo direct zichtbaar was met de klassieke testen. Deze dynamische diagnostiek gaf geen stoornis diagnose, maar benadrukte ontwikkeling, wat goed ging en gaf concrete aanwijzingen. Daarmee konden de leerkrachten aan de slag met een positievere visie op Mark zijn kunnen. 

Sleutel: kinderen bekijken naar hun mogelijkheden

Een stoornisgerichte kijk  benadrukt wat er fout gaat en benoemt dit met een etiket, bvb. “ASS”. Dat heeft soms voordelen van meer ondersteuning, maar het etiket blijft wel kleven en zorgt ervoor dat het kind steeds vanuit een stoornis-bril wordt bekeken. Daar tegenover staat een visie op leermogelijkheden. Daar heb je een andersoortig onderzoek voor nodig: meer handelingsgericht, interactief, dynamisch, op zoek naar mogelijkheden dat het leven van een kind een heel ander perspectief kan geven. Interactief evalueren gaat op zoek naar wat een kind wel kan, mits hulp. Het brengt de hulp in kaart. Leerkrachten krijgen zo handvatten om de leerinhouden en didactische methoden aan te passen zodat een bijzonder kind op zijn best kan leren.

Vervolg 2 van het verhaal van Mark…

Maar hiermee was de kous niet af.  Het eerste leerjaar ging redelijk goed. In het tweede leerjaar rees de twijfel weer.  Tijdens de zgn. MDO’s of multidisciplinaire overlegmomenten bleven de school en CLB aandringen op een diagnose, ook met de bedoeling om ondersteuning te krijgen vanuit het toenmalige GON (Geïntegreerd Onderwijs); ze bleven overtuigd dat verwijzing naar buitengewoon onderwijs “in het belang van het kind” beter zou zijn. Ouders en extern team bleven echter de gezonde kant van de ontwikkeling en de leerbaarheid onderlijnen. Ze zagen hem thuis als heel praktisch, schrander in het bedenken van dingen, creatief. Uiteindelijk beslisten ze om alweer van school te veranderen.

Sleutel: inclusieve dialoog tussen ouders, school en ondersteuningsteam. Inclusie is een recht

De historisch gegroeide gewoonte van buitengewone kinderen naar een buitengewone school te verplaatsen, is in België sterk verankerd. Om hierin verandering te brengen is standvastigheid, geduld, durf, moed en ook flexibiliteit nodig. Als dialoog niet meer mogelijk is, is het laatste redmiddel een meer inclusieve school zoeken. Weet echter ook dat inclusie een recht is.

Vervolg 3 van het verhaal van Mark….

Veranderen van school bracht eerst geen soelaas. In het begin ging het goed. Na het eerste trimester was het weer hetzelfde verhaal “het is toch beter voor hem om een diagnose ASS te hebben en in het buitengewoon onderwijs zal hij de juiste hulp krijgen”. Onderhandelen en overleg leidden niet tot andere gedachten. Voor het derde leerjaar zochten de ouders een school met een goede omkadering en begeleiding, en met meer begeleide instructie. Dit was al Mark’s vierde school en hij was nog geen 9 jaar oud. Ditmaal ging het beter, ook dankzij een betere structuur, betere omkadering en meer flexibiliteit. Hij ging steeds beter leren, werd gewaardeerd in zijn eigenheid en talenten, kreeg bijkomende instructie rond lezen en rekenen. In het secundair onderwijs was het sociaal nog wel moeilijk, maar Mark wilde al van in het begin graag kok worden, en hij is het ook geworden, ondanks herhaalde crisissen . 

Sleutels: inclusie is teamwerk
Inclusie is team werk. Het team bestaat uit de ouders, de school, het intern en extern ondersteuningsteam. Het team zoekt mee naar een goede omkadering, een goede structuur, flexibiliteit in het omgaan met studie-eisen en programma, geloof in de mogelijkheden. Dat brengt de positieve cirkel in gang.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *